Beslissing - OMV_2025080291 - 2025130 - het bouwen van een carport te Op de Koopman 31 - afdeling 2 sectie A nr. 713R3 - voorwaardelijke vergunning - door CBS dd. 20 oktober 2025

 

BEKENDMAKING BESLISSING OMGEVINGSVERGUNNING

 

 

de heer en mevrouw Dries Bollen - Lotte Paredis hebben een aanvraag ingediend voor:

  • stedenbouwkundige handelingen als vermeld in artikel 4.2.2 en artikel 4.2.4 van de VCRO

 

Kort omschreven gaat het over het bouwen van een carport.

 

Omgevingsloket nr.: OMV_2025080291

 

De aanvraag heeft als adres afdeling 2 sectie A nr. 713R3.

 

Het College van burgemeester en schepenen heeft op 20/10/2025  de omgevingsvergunning voorwaardelijk verleend. onder volgende voorwaarden:

-          De aanvrager is ertoe verplicht het begin van de werkzaamhedenof handelingen waarvoor vergunning is verleend, door te geven via het Omgevingsloket ten minste acht dagen voor het aanvatten van die werkzaamheden of handelingen;

 

-          De carport moet ten alle tijden een open constructie blijven en mag niet worden dichtgemaakt (vb. door een garagepoort).

 

-          De verhardingen op het terrein dienen ofwel uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen ofwel dienen ze af te wateren naar een naastgelegen groenzone, met een minimale oppervlakte van 1/4de van de afwaterende oppervlakte, dit conform de bepalingen van de hemelwaterverordening 10 februari 2023.

 

-          Naastliggende percelen (met inbegrip van het openbaar domein) mogen geen hinder of overlast ondervinden inzake hemelwaterproblematiek. Het hemelwater dat op de nieuwe verharding(en)/constructie(s) terechtkomt, moet op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding(en)/constructie(s) op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het hemelwater mag niet rechtstreeks afwateren naar naastliggende percelen (met inbegrip van het openbaar domein). Hemelwater mag eveneens niet opgevangen en rechtstreeks afgevoerd worden naar de openbare riolering door middel van straatkolken, afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen;

 

-          Wanneer een particulier of rechtspersoon (aanvrager) verharding ‘ niet-overdekte constructie’ wil aanbrengen op het openbaar domein tussen een vergunde private inritten en de rijweg, inclusief het traject (voetpad max. 1,5m) tot aan de voordeur stellen we de volgende voorwaarden:

 

  • De werken mogen enkel gestart worden na schriftelijke toelating (staat van bevinding) van de technische dienst; Alvorens te starten met de werken, van welke aard ook, dient een staat van bevinding te worden opgemaakt van het openbaar domein in een ruime omgeving rond het betrokken perceel.  Dit dient te gebeuren in opdracht van en op kosten van de bouwheer. De werken mogen pas gestart worden na ondertekening van de staat van bevinding door een afgevaardigde van de stedelijke technische dienst;
  • De toelating verleent enkel het gebruiksrecht voor het uitvoeren van de werken, niet voor het in eigendom nemen van de betrokken strook openbaar domein; De aangelande verwerft geen zakelijke rechten op het openbaar domein;

 

  • De aanleg moet zodanig gebeuren dat geen schade of hinder ontstaat aan nutsleidingen of aanplantingen; Schade wordt volledig hersteld op kosten van de aanvrager; De aangelande is verantwoordelijk voor de kosten, uitvoering en onderhoud van de aangebrachte verharding;

 

  • Ingeval van werken of herinrichting van het openbaar domein door of in opdracht van de wegbeheerder of nutsmaatschappijen, kan de aangebrachte verharding zonder voorafgaande kennisgeving en zonder enige vergoeding worden verwijderd of aangepast. Na uitvoering van dergelijke werken kan geen aanspraak worden gemaakt op heraanleg door of schadeloosstelling.

 

  • De verharding mag niet breder zijn dan de vergunde inrit(en), het voetpad tot aan de voordeur mag niet breder zijn dan 1,5 meter;

 

  • De uitgraving mag niet dieper zijn dan maximaal nodig voor de fundering te brengen tot draagkrachtige grond, tenzij anders toegestaan door de technische dienst;

 

  • De aanleg van deze verharding dient waterpasserend te zijn;

 

  • Het afgewerkte niveau moet afgestemd zijn op het bestaand trottoir en mag geen struikelgevaar of drempel vormen;

 

  • Inbreuken op deze voorwaarden zullen leiden tot het herstel in de oorspronkelijke toestand op kosten van de overtreder.

 

 

-          De groenaanleg (incl. het groendak) zoals aangeduid op de bouwplannen en het inplantingsplan van de nieuwe toestand, dient daadwerkelijk uitgevoerd te worden. De aanplant van dient te gebeuren in het eerst volgende plantseizoen na de voltooiing van de bouwwerken (wat betreft het groendak van de carport) en voor het overige groen na aflevering van deze vergunning. De hoogstambomen zoals aangegeven op het inplantingsplan nieuwe toestand dienen daadwerkelijk gepland te worden.

 

  • Alle groenaanleg dient te worden onderhouden volgens de regels van de kunst; Alle bomen dienen hun volle wasdom te bereiken en uit te groeien tot volwaardige kruinen; Afgestorven bomen moeten worden vervangen tijdens het eerstvolgende plantseizoen;
  • De bomen moet hun volwassen omvang kunnen bereiken. Het toppen, knotten of kandelaberen van een boom is vergunningsplichtig.
  • De groenaanplant dient staanplaatsgeschikt te zijn.
  • Voorwaarden bij planten van de nieuwe bomen:
    • De bomen moeten aangeplant worden in plantmaat 10/12 of 12/14
    • De bomen dienen hoogstammige bomen te zijn waarbij het volle wasdom minimaal 12 meter hoogte bedraagt.
    • Graven van plantputten
      • Plantputten moeten vierkant of rond zijn met een verticale wand. De diepte en grootte van de plantput is afhankelijk van de grootte van het wortelgestel. Hier is de algemene regel dat de diameter van de plantput 30 cm groter moet zijn dan de diameter van de wortels of kluit. Verder moet de plantput minstens 80 cm diep zijn.
      • De plantput dient volledig aangevuld te worden met natuurlijke geschikte teelaarde, hier mogen geen andere bodemvreemde materialen in aanwezig zijn.
    • Bovengrondse verankering
      • In de plantput moeten 3 boompalen met een lengte van 2,50 m aangebracht worden.
      • Het is verboden om palen door de kluit te slaan.
      • De 3 boompalen moeten verbonden worden 10 cm onder het uiteinde.
      • De boom wordt met minimum 1 boomband per boompaal verbonden.
    • De boom moet worden voorzien van voldoende water tijdens het groeiseizoen in het bijzonder tijdens droogteperiodes
  • Snoeivoorwaarden
    • Er mag in 1 snoeibeurt maximaal 20% van de levende bladmassa weggehaald worden

 

  • Wanneer levende takken in de blijvende kroon gesnoeid worden moet dit gebeuren tot op een vitale, omhooggerichte zijtak met een diameter van minimaal 1/3 van de gesnoeide tak.
  • Zieke en beschadigde takken mogen gesnoeid worden
  • Breukgevoelige takken dienen teruggesnoeid te worden
  • Door te snoeien mag nooit het uiteindelijke groeibeeld van de boom beperkt worden
  • Aandachtspunten
    • De bomen moet hun volwassen omvang kunnen bereiken. Het toppen, knotten of kandelaberen van een boom is vergunningsplichtig.

 

Het is niet toegelaten om op minder dan 2 meter van de stam een verharding aan te leggen, de bodem te belasten / te verdichten of ingrijpende handelingen te doen die de bomen nadelig beïnvloeden of beschadigen

 

-          Voor de aanplant van bomen, hagen… nabij perceelscheidingen, dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van het Veldwetboek.

 

  • De hagen en struiken dienen op minstens 50 cm van de perceelsgrenzen geplant te worden;
  • Hoogstammige bomen dienen op minstens 2 meter van de perceelsgrens te worden ingericht.

 

-          De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);

 

-          Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van de omgevingsaanvraag of de toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting op het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden of een omgevingsaanvraag van een particulier, blijft ten laste van de aanvrager.

 

-          Herstellingswerken aan het openbaar domein, van gebreken die het gevolg zijn van het uitvoeren van werken door of in opdracht van de bouwheer, zijn steeds ten laste van de bouwheer.

-          Alle kosten voor eventuele aanpassingen aan het openbaar domein zijn voor de aanvrager  (alle werken om aan te sluiten op de bestaande verhardingen, aanleg verhardingen, groenaanleg, verplaatsing van bestaande inrit,…). De berm mag niet verhard worden, zodat het regenwater de grond in kan trekken.

 

-          Eventuele aanpassingen aan de nutsvoorzieningen (elektriciteit, gas, telefoon, water, telekabel, riolering, verplaatsen verlichtingspalen,…..) ten behoeve van de bouw van dit project zijn volledig ten laste van de aanvrager.

-          Men dient het bestaande niveau van de betonweg en het grondniveau van de aangrenzende percelen te behouden.

-          Men dient de reeds geplaatste huisaansluitingsputjes van de riolering te gebruiken. Alle afvoerbuizen dienen op eigen terrein te blijven (de bouwlijn is ook de rooilijn)

 

Een afschrift van de beslissing kan je opvragen via omgevingsloket@bree.be

 

U kan, als betrokken publiek, een beroep instellen tegen deze beslissing. U behoort tot het betrokken publiek als u als natuurlijke persoon, rechtspersoon, vereniging, organisatie of groep met rechtspersoonlijkheid (waarschijnlijk) gevolgen ondervindt van, of belang hebt bij de beslissing over een omgevingsvergunning of de bijstelling van de vergunningsvoorwaarden.

 

Het beroep wordt bij voorkeur digitaal ingesteld via het omgevingsloket: omgevingsloketinzage.omgeving.vlaanderen.be.

U kan ook een analoog beroep instellen. Stuur hiervoor een beroepschrift per aangetekende brief naar de deputatie van de provincie Limburg, op het volgende adres:

De Deputatie van de provincie Limburg, T.a.v. Directie Omgeving, Dienst Omgevingsvergunningen, Universiteitslaan 1, 3500 HASSELT.

Volg hierbij de volgende aanwijzingen nauwgezet op.

Het beroep moet worden ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing.

Bezorg gelijktijdig bij beveiligde zending (bij aangetekende brief, of tegen ontvangstbewijs, of via het omgevingsloket) een afschrift van uw beroepschrift aan:

-          de vergunningsaanvrager.

-          het college van burgemeester en schepenen van Bree.

Vermeld in uw beroepschrift het volgende:

  1. uw naam en adres en het feit dat u een beroep instelt als lid van het betrokken publiek;
  2. de volgende referentie: OMV_2025080291;
  3. de redenen waarom u beroep aantekent;
  4. een omschrijving van de gevolgen die u ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van deze beslissing of het belang dat u hebt bij de beslissing over de omgevingsvergunning.
  5. of u gehoord wenst te worden.

 

Stort een dossiertaks van 100 euro op het rekeningnummer van de provincie Limburg - BE18 0910 1811 3565 (BIC: GKCCBEBB) met als referentie ‘’beroep omgevingsvergunning OMV_2025080291’’ en voeg het betalingsbewijs toe aan uw beroepschrift.

De teksten waarvan dit een bondige samenvatting is, vindt u in artikel 53 en volgende van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en in het bijhorende besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015.