Beslissing - OMV_2025085177 - 2025147 - het uitbreiden en verbouwen van een eengezinswoning, uitbreiden en renoveren van garage en de aanleg van verhardingen te Kanaallaan 34 - afdeling 1 sectie B nrs. 177E2, 177Z, 177L2, 177/6 A en 186G4 - voorwaardelijke vergunning - door CBS dd. 22 september 2025
BEKENDMAKING BESLISSING OMGEVINGSVERGUNNING
de heer Fouâd Denna hebben een aanvraag ingediend voor:
Kort omschreven gaat het over het uitbreiden en verbouwen van een eengezinswoning, uitbreiden en renoveren van garage en de aanleg van verhardingen.
Omgevingsloket nr.: OMV_2025085177
De aanvraag heeft als adres afdeling 1 sectie B nrs. 177E2, 177Z, 177L2, 177/6 A en 186G4.
Het College van burgemeester en schepenen heeft op 22/09/2025 de omgevingsvergunning voorwaardelijk verleend. onder volgende voorwaarden:
- De aanvrager is ertoe verplicht het begin van de werkzaamhedenof handelingen waarvoor vergunning is verleend, door te geven via het Omgevingsloket ten minste acht dagen voor het aanvatten van die werkzaamheden of handelingen.
- De vergunning strekt zich enkel uit tot het voorwerp van de aanvraag, zijnde het uitbreiden en verbouwen van zowel de eengezinswoning als de garage, het inrichten van een wadi, en het heraanleggen van de voor- zij- en achtertuin.
- De groenaanleg, zoals aangeduid op het inplantingsplan van de nieuwe toestand, dient daadwerkelijk uitgevoerd te worden. De aanplant van de groenzones op het perceel dient te gebeuren in het eerst volgende plantseizoen nadat de gevraagde uitbreiding aan de achterzijde van de eengezinswoning wind- en waterdicht is.De onverharde delen dienen aangelegd te worden met groenaanplanting. Kunstgras is niet toegelaten.
- Naastliggende percelen (met inbegrip van het openbaar domein) mogen geen hinder of overlast ondervinden inzake hemelwaterproblematiek. Het hemelwater dat op de nieuwe verharding(en)/constructie(s) terechtkomt, moet op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding(en)/constructie(s) op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het hemelwater mag niet rechtstreeks afwateren naar naastliggende percelen (met inbegrip van het openbaar domein). Hemelwater mag eveneens niet opgevangen en rechtstreeks afgevoerd worden naar de openbare riolering door middel van straatkolken, afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen;
- Het wateradvies van Deputatie dienst water en domeinen, afgeleverd op 26/08/2025 dient gevolgd te worden. De specifieke voorwaarden van dit advies luiden als volgt:
“Het perceel is gelegen in een pluviaal overstromingsgebied of aan de rand ervan. Het kritisch overstromingspeil bedraagt 42m96 TAW. Het peil van de weg ter hoogte van de inrit bedraagt 42m70 TAW.
Voor wat betreft de veiligheid van de gebouwen zijn volgende constructievoorwaarden van toepassing:
- Het Voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius afgeleverd op 28/07/2025, dient gevolgd te worden.
- Het Voorwaardelijk gunstig advies van De Watergroep afgeleverd op 25/07/2025, dient gevolgd te worden.
- Voor de aanplant van bomen, hagen… nabij perceelscheidingen, dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van het Veldwetboek.
- Het slopen van de gebouwen dient te gebeuren volgens het principe van een goede huisvader. De nodige maatregelen moeten worden genomen om eventuele schade aan aanpalende eigendommen te voorkomen.
- Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het decreet betreffende de omgevingsvergunning (d.d. 25-04-2014 en latere wijzigingen), het decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (d.d. 27-10-2006 en latere wijzigingen) en het Materialendecreet (d.d. 23-12-2011 en latere wijzigingen).
Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
- De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
- Alvorens te starten met de werken, van welke aard ook, dient een staat van bevinding te worden opgemaakt van het openbaar domein in een ruime omgeving rond het betrokken perceel. Dit dient te gebeuren in opdracht van en op kosten van de bouwheer. De werken mogen pas gestart worden na ondertekening van de staat van bevinding door een afgevaardigde van de stedelijke technische dienst.
- Herstellingswerken aan het openbaar domein, van gebreken die het gevolg zijn van het uitvoeren van werken door of in opdracht van de bouwheer, zijn steeds ten laste van de bouwheer.
- Alle kosten voor eventuele aanpassingen aan het openbaar domein zijn voor de aanvrager (alle werken om aan te sluiten op de bestaande verhardingen, aanleg verhardingen, groenaanleg, verplaatsing van bestaande inrit,…).
- Eventuele aanpassingen aan de nutsvoorzieningen (elektriciteit, gas, telefoon, water, telekabel, riolering, verplaatsen verlichtingspalen,…..) ten behoeve van de bouw van dit project zijn volledig ten laste van de aanvrager.
Algemene voorwaarden:
- De bouwheer / aannemer dient het afval afkomstig van de sloopwerken op reglementaire wijze in te zamelen en af te voeren.
- Deel 6. Milieuvoorwaarden voor niet-ingedeelde inrichtingen
Dit is een niet-limitatieve lijst, alle voorwaarden voor niet-ingedeelde inrichtingen zijn van toepassing
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM.
Een afschrift van de beslissing kan je opvragen via omgevingsloket@bree.be
U kan, als betrokken publiek, een beroep instellen tegen deze beslissing. U behoort tot het betrokken publiek als u als natuurlijke persoon, rechtspersoon, vereniging, organisatie of groep met rechtspersoonlijkheid (waarschijnlijk) gevolgen ondervindt van, of belang hebt bij de beslissing over een omgevingsvergunning of de bijstelling van de vergunningsvoorwaarden.
Het beroep wordt bij voorkeur digitaal ingesteld via het omgevingsloket: omgevingsloketinzage.omgeving.vlaanderen.be.
U kan ook een analoog beroep instellen. Stuur hiervoor een beroepschrift per aangetekende brief naar de deputatie van de provincie Limburg, op het volgende adres:
De Deputatie van de provincie Limburg, T.a.v. Directie Omgeving, Dienst Omgevingsvergunningen, Universiteitslaan 1, 3500 HASSELT.
Volg hierbij de volgende aanwijzingen nauwgezet op.
Het beroep moet worden ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing.
Bezorg gelijktijdig bij beveiligde zending (bij aangetekende brief, of tegen ontvangstbewijs, of via het omgevingsloket) een afschrift van uw beroepschrift aan:
- de vergunningsaanvrager.
- het college van burgemeester en schepenen van Bree.
Vermeld in uw beroepschrift het volgende:
Stort een dossiertaks van 100 euro op het rekeningnummer van de provincie Limburg - BE18 0910 1811 3565 (BIC: GKCCBEBB) met als referentie ‘’beroep omgevingsvergunning OMV_2025085177’’ en voeg het betalingsbewijs toe aan uw beroepschrift.
De teksten waarvan dit een bondige samenvatting is, vindt u in artikel 53 en volgende van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en in het bijhorende besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015.