Beslissing - OMV_2024092796 - 2024127 - de functiewijziging van een voormalige bedrijfswoning naar een eengezinswoning te Houterstraat 27 - afdeling 1 sectie A nrs. 4R en 4V - voorwaardelijke vergunning - door CBS dd. 18 november 2024
BEKENDMAKING BESLISSING OMGEVINGSVERGUNNING
de heer Elias Timmermans en mevrouw Ellen Doucé hebben een aanvraag ingediend voor:
Kort omschreven gaat het over de functiewijziging van een voormalige bedrijfswoning naar een eengezinswoning.
Omgevingsloket nr.: OMV_2024092796
De aanvraag heeft als adres afdeling 1 sectie A nrs. 4R en 4V.
Het College van burgemeester en schepenen heeft op 18/11/2024 de omgevingsvergunning voorwaardelijk verleend. onder volgende voorwaarden:
- U dient de start en het einde van de werken in te geven in het Omgevingsloket.
- De vergunning strekt zich enkel uit tot het voorwerp van de aanvraag, zijnde de functiewijziging van een voormalige bedrijfswoning naar een eengezinswoning, zoals aangeduid op de ingediende plannen.
- Vergunnings- en/of meldingsplichtige handelingen die reeds op het perceel zijn uitgevoerd maar niet zijn opgenomen in de huidige aanvraag werden niet beoordeeld en zijn bijgevolg uitgesloten van huidige vergunning.
- De voormalige bedrijfswoning kan enkel in gebruik worden genomen als een residentiële woning.
- Het voormalige bedrijfsgebouw (stal) wordt opgenomen al woningbijgebouw en moeten ook daadwerkelijk binnen een half jaar na het bekomen van de definitieve omgevingsvergunning in gebruik worden genomen als woningbijgebouwen. Een commerciële exploitatie is niet toegestaan. De gebouwen kunnen enkel worden herbestemd naar een andere functie indien voorafgaand een omgevingsvergunning voor een functiewijziging werd bekomen waarvoor in kader van huidige aanvraag geen garantie wordt gegeven;
- De vergunde plannen dienen strikt gevolgd te worden. Het niet-volgen van de vergunde plannen en het niet-tijdig en/of correct uitvoeren van de voorwaarden binnen de wettelijke of in de vergunning meegedeelde termijn(en) kan aanleiding geven tot de opstart van een handhavingsprocedure.
- Het uitvoeren en/of het in stand houden van de onvergunde handelingen kan aanleiding geven tot de opmaak van een proces-verbaal (in geval van een stedenbouwkundig misdrijf) of een bestuurlijk verslag van vaststelling (in geval van een stedenbouwkundige inbreuk) met als mogelijke gevolgen een bestuurlijke geldboete en een bestuurlijke herstelprocedure of gerechtelijke vervolging om aldus herstel af te dwingen.
- De standaardbepalingen van Fluvius m.b.t. de riolering dienen te worden nageleefd.
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Fluvius na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater.
Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Fluvius: www.fluvius.be. Fluvius bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Fluvius of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom
De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 10/02/2023 (GSV hemelwater).
Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet.
Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang.
We raden aan om:
Geen sifonputjes te plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen aangezien in deze putjes vaak verstopping optreedt en alle toestellen in de woning in principe reeds over een waterslot/sifon beschikken.
In het kader van herbruik van hemelwater, het water van de hemelwaterput voor de spoeling van alle WC’s, kranen voor kuiswater en wasmachines in deze werken te gebruiken.
Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden.
De noodzakelijke ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel (bvb: ontluchtingspijp door dak).
Keuring privéwaterafvoer:
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).
- De volgende voorwaarden in verband met bronbemaling:
Het grondwater dat onttrokken wordt bij de bronbemalingen bedoeld in subrubriek 53.2 van de indelingslijst moet, in zoverre dit met toepassing van beste beschikbare technieken mogelijk is, zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden in het openbare of private hydrografische net. De infiltratie of de lozing van het opgepompte grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
Volumes hoger dan 10 m3 per uur mogen niet geloosd worden in openbare rioleringen aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie behoudens de uitdrukkelijke schriftelijke toelating van de exploitant van deze installatie.
Het grondwater dat onttrokken wordt bij de draineringen, bedoeld in subrubriek 53.3 van de indelingslijst alsook bij de bronbemalingen, bedoeld in subrubriek 53.4 en 53.5 van de indelingslijst, moet, in zoverre dit met toepassing van de beste beschikbare technieken mogelijk is, nuttig worden gebruikt.
Volumes hoger dan 10 m3 per uur mogen niet geloosd worden in openbare rioleringen aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie behoudens de uitdrukkelijke schriftelijke toelating van de exploitant van deze installatie.
Bij overmacht door overstromingsgevaar is de exploitant van een bronbemaling die noodzakelijk is voor de waterbeheersing van de mijnverzakkingsgebieden, bedoeld in subrubriek 53.4.2° van de indelingslijst, ontslagen van het respecteren van het vergunde dagdebiet, opgelegd in de verleende vergunning.
- De riolering aan te leggen als een gescheiden stelsel bestaande uit 1/ DWA (droog weder afvoer) + 2/ INFILTRATIERIOOL (regenafvoer).
- Bij lozing van meer dan 10 m³ bemalingswater per uur op een riolering, afwaterend naar een Aquafin-RWZI, dient de toestemming van Aquafin worden gevraagd.
- Alle nieuw te bouwen woningen en alle woningen waaraan renovatiewerken worden uitgevoerd waarvoor een Omgevingsvergunning vereist is en aangevraagd, moeten uitgerust zijn met correct geïnstalleerde rookmelders. De nodige informatie omtrent deze verplichting dient u te raadplegen via: https://www.wonenvlaanderen.be/woningkwaliteitsbewaking/rookmelders-zijn-verplicht-woningen-om-conform-te-zijn
- Grondverzet en wateroverlast dienen opgevangen te worden op het eigen perceel. Indien de aanhoging van het terrein hoger voorzien is dan de aanpalende percelen is de aanvrager verplicht om keerwanden te voorzien op eigen terrein, tenzij anders overeengekomen met de betrokken aanpalende eigenaars.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Een afschrift van de beslissing kan je opvragen via omgevingsloket@bree.be
U kunt, als betrokken publiek, een beroep instellen tegen deze beslissing. U maakt deel uit van het betrokken publiek als u als natuurlijke persoon, rechtspersoon, vereniging, organisatie of groep met rechtspersoonlijkheid gevolgen ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van of belanghebbende bent bij de besluitvorming over de afgifte van een omgevingsvergunning of de bijstelling van de vergunningsvoorwaarden.
Bezorg hiertoe een beroepschrift:
- bij voorkeur digitaal via het omgevingsloket (www.omgevingsloket.be), of
- per aangetekende brief of via afgifte tegen ontvangstbewijsaan: De Deputatie van de provincie Limburg, T.a.v. Directie Omgeving, Dienst Omgevingsvergunningen, Universiteitslaan 1, 3500 HASSELT.
Volg hierbij de volgende aanwijzingen nauwgezet op. Als u dat niet doet zal de deputatie bijna zeker verplicht zijn om uw beroep onontvankelijk te verklaren.
Dien het beroep in binnen dertig dagen die ingaan op de dag van de aanplakking. Deze dag is niet inbegrepen.
Bezorg gelijktijdig via het omgevingsloket, bij aangetekende brief of via afgifte tegen ontvangstbewijs een afschrift van uw beroepschrift aan:
- de vergunningsaanvrager. Het adres van de vergunningsaanvrager vindt u in de beslissing.
- het college van burgemeester en schepenen van de stad Bree, Vrijthof 10 te 3960 Bree
Vermeld in uw beroepschrift het volgende:
Stort een dossiertaks van 100 euro op het rekeningnummer van de provincie Limburg, BE18 0910 1811 3565 (BIC: GKCCBEBB) met als referentie ‘beroep omgevingsvergunning (OMV_2024092796)’ en voeg het betalingsbewijs toe aan uw beroepschrift.
Mededeling ‘omgevingsvergunning – beroep’, gevolgd door het referentienummer van het omgevingsloket, de gemeente en naam aanvrager van het project, en voeg het betalingsbewijs toe aan jouw beroepschrift.
De teksten waarvan dit een bondige samenvatting is, vindt u in artikel 52 en volgende van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en in het bijhorende besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015.